Samen staan we minuten lang onder het spoor te roepen en te luisteren. Voorbijrijdende fietsers kijken ons verbaasd aan, een enkeling voelt het ook en geeft uit volle borst en in volle vaart een brul mee.
Met lange, diepe halen begint hij te huilen. Al snel maakt zijn verdriet plaats voor boosheid, wat niet bevorderlijk is voor mijn geduld.
Geprikt
‘Kom maar om half 5’, had de dame van de afsprakenlijn gezegd. ‘Dan doen we de moeilijke gevallen.'